Koningsdag Fiat Barchetta Special 21 april 2020
Briljante uitwerking van een geweldig idee.
Raar maar waar: de Japanners zijn geheel verantwoordelijk voor de renaissance van de kleine Britse sportwagen. Dit voertuigtype was op een paar uitzonderingen na helemaal uitgestorven. De Britten werden gehinderd door lastige wetgeving in de VS (grootste exportmarkt), belabberde kwaliteit, faillisementen en toenemende concurrentie. Niet zozeer van andere sportwagens, maar van andere ‘sportieve’ en betaalbare alternatieven, zoals de Hot Hatch.
Voor Mazda was het gemis van sportwagen een doorn in het oog. Mede daarom gingen ze in Hiroshima aan de slag met wat uiteindelijk de MX-5 Zou worden. Deze auto sloeg in als een bom. In feite was het een schaamteloze kopie van de Lotus Elan, maar omdat het met zoveel passie, bewondering en respect was gedaan, was het eerder een eerbetoon aan de Elan. Imitatie is de hoogste vorm van vleierij.
De compacte sportwagen van Mazda werd als Eunos Roadster (Japan), Miata (Verenigde Staten) en MX-5 (rest van de wereld) verkocht. De MX-5 was ook in Europa een schot in de roos. Kortom, kon niet lang uitblijven dat andere fabrikanten zich gingen mengen in dit stukje markt. De reden om deze markt toe treden was tweeledig. Met een beetje mazzel kon er geld verdiend worden met de verkoop. Maar zo’n sportwagen straalt vooral ook af op de rest van de range in alle showrooms. Het is gewoon een goede imagebooster die de nodige sex-appeal heeft.
In korte tijd kwamen er diverse concurrenten bij. Denk aan de MG F en BMW Z3. Maar de meest originele kwam waarschijnlijk uit Italië. Nee, we bedoelen niet de Alfa Romeo Spider. Er was namelijk een Alfa Romeo Spider toen de Mazda MX-5 uitkwam. Dat was toentertijd in feite een klassieke auto die Alfa Romeo vergeten was uit productie te nemen. Maar er zijn meer Italiaanse merken die konden bogen op een roadster-historie.
Fiat bijvoorbeeld heeft natuurlijk ook een lange historie als het gaat om betaalbare sportwagentjes. Wat die Italianen altijd perfect voor elkaar wisten te krijgen, was om met zeer eenvoudige, betaalbare en betrouwbare techniek een bijzonder sportwagentje te produceren. Er zijn natuurlijk voorbeelden te over zoals de Fiat 850 Spider (afbeelding boven), de Fiat 124 Spider (afbeelding onder) en Fiat X/9 van Bertone. Fiat had al de historie en de markt was er ook klaar voor. Dus ze konden aan de slag in Turijn.
Een van de belangrijke redenen waarom een MX-5 succesvol is, is zijn layout. De motor lag in de lengte, met de versnellingsbak daarachter. Vervolgens werden de achterwielen aangedreven. Hierdoor lag het gewicht mooi tussen de wielen en en kon je genieten van de geneugten van een achterwielaangedreven auto. Zoals de BMW Z3 de bovenkant van de MX-5 markt pakte, wilde Fiat er juist onder zitten. Daarmee werd achterwielaandrijving helaas al snel een no-go. Het enige platform dat Fiat hiervoor zou kunnen gebruiken was het Alfa Spider platform, dat te zwaar en ouderwets was geworden. Bovendien zou achterwielaandrijving de auto te krap maken. Fiat wilde namelijk echt een compact roadstertje op de markt brengen, die kleiner was dan een MX-5, maar tegelijkertijd zeker niet krapper.
In 1994 toonde Fiat al haar eerste vingeroefening in de vorm van de Fiat Scia concept. Deze werd onthuld op de Salon van Turijn. De auto leek op een kleine speedboot met een relatief korte neus en lange achterkant. Ook de lage voorruit droeg bij aan het speedboot gehalte. De auto was natuurlijk overduidelijk een concept, maar Fiat gaf al wel aan dat ze ‘bezig waren’ met een dergelijke auto. Dat was een understatement, want rond die periode was de productieversie al zo goed als klaar.
Diverse designhuizen mochten een voorstel doen, maar men koos voor het ontwerp van de Griek Andreas Zapetinas van Fiats eigen Centro Stile. Tijdens het stileren van de auto werkte men met twee voorstellen. De eerste was de ‘Diavola’. Deze deed nog het meeste denken aan de Fiat Coupe, die toentertijd nog niet op de markt was, maar waarvan men binnen Fiat al wist hoe die zou gaan ogen. De Diavola had de kenmerkende wielkasten van de Coupé Fiat en diens neus.
Maar het was de ‘Marinara’ die uiteindelijk zou doorontwikkelen tot het productiemodel. Deze was minder spectaculair vormgegeven in vergelijking met de Diavola, maar wel tijdlozer, eleganter en Italiaanser. In 1992 lag eigenlijk al vast hoe de auto eruit ging zien dus. De naam ‘Marinara’ werd omgedoopt naar ‘Typo 183’. Het idee van de auto was klaar, nu moest het geheel uitontwikkeld en gebouwd worden. Vanwege de specifieke kenmerken van de auto en de relatief lage productieaantallen, ging Fiat op zoek naar een extern bedrijf die de auto voor Fiat kon gaan maken. De Italianen klopten aan de deur bij Stola, Itca en Maggiora. Van die drie Turiijnse bouwers werd Maggiora gekozen. Stola mocht wel de prototypes bouwen voor Fiat.
Omdat de Tipo 183 licht, wendbaar en goedkoop moest zijn, besloot Fiat te kiezen voor een bekend platform. De meeste auto’s van het concern werden gebouwd op het Tipo-platform, waaronder de nieuwe cabriolet van Alfa Romeo. Voor de plannen die Fiat met de auto had, zou het dan echter een te zware auto worden. Men koos zodoende voor het platform van de nieuwe Fiat Punto. Dat was kleiner en lichter, maar slim opgezet. Daardoor kon Fiat een relatief ruime cabine creëren, terwijl het gewicht erg laag lag.
De auto word in het begin van 1995 op de markt gebracht. Fiat noemt de auto ‘barchetta’, ja, met een kleine letter ‘b’. Het is het Italiaanse woord voor ‘bootje’. Gezien het Scia prototype konden we daar al een beetje rekening mee houden. Het koetswerk dat Zapetinas had ontworpen was perfect gekozen. De Barchetta was uniek en zeer elegant. Ondanks zijn nuchtere achtergrond zag de auto er veel duurder uit dan dat deze was.
Ondanks dat de Fiat Barchetta op de Punto gebaseerd was, wil dat niet zeggen dat er veel Punto aan te herkennen was. Neem het interieur bijvoorbeeld. Het Punto-dashboard hadden ze prima kunnen gebruiken, maar dat is niet spannend genoeg. Je moet wel een leuk gevoel hebben als je in zo’n auto rijdt. Dus kreeg de Barchetta een uniek interieur mee. Het was vrij eenvoudig qua opzet en deed qua uitstraling denken aan de sportwagens van weleer. Bijzonder detail was het iets doorlopen van de carrosserie onder de vooruit.
In motorisch opzicht was de Fiat Barchetta eveneens niet zo bijzonder op het eerste gezicht. Er was slechts één motor leverbaar en één transmissie. Onder de kap trof je een 1.8 viercilinder motor aan. Deze was voorzien van variabel kleptiming, waardoor Fiat er relatief veel kracht uit wist te halen. Het blokje leverde namelijk een maximum vermogen van 131 pk bij 6.300 toeren en een maximum trekkracht van 164 Nm bij 4.300 toeren. Ondanks dat het een relatief modale viercilinder was, was de geluidsproductie niet gewoontjes. De 1.8 klonk onderin een beetje nukkig, maar genoot van toeren maken. Dan liet het blok ook met een kernachtig gegrom horen er erg veel zin in te hebben.
Ondanks dat snelheid in een rechte lijn niet zo bijzonder belangrijk is bij een dergelijke auto, was de Fiat Barchetta erg vlot. Dat kwam er op papier niet uit, want er werden maar twee gegevens gecorrespondeerd: 8,9 en 200. De eerste is het aantal seconden die benodigd waren om de 100 km/u te behalen, het tweede getal was de topsnelheid in kilometers per uur. Maar in vergelijking met de basis uitvoeringen van de MX-5, MG F, SLK en Z3 was de Barchetta absoluut de vlotste ‘in het echt’.
Dat kwam niet alleen door de 131 enthousiaste paarden, maar vooral door het lage gewicht. Omdat de auto op een relatief licht en eenvoudig platform stond, woog de Barchetta amper meer dan 1.050. De Barchetta was zeer wendbaar dankzij het gebrek aan massa en dankzij de compacte dimensies ook eenvoudig te plaatsen. Het chassis was voorwielaangedreven, maar erg goed afgesteld. De afstelling voor vering en demping waren uniek voor de Barchetta en gaven de auto een uitstekende wegligging. De auto was overwegend sportief, dus relatief straf geveerd. Maar er zat daadwerkelijk absorptievermogen in als je ging boenderen op een B-weg van matige kwaliteit.
In 1996 toont Maggiora de Fiat Barchetta Coupe. De auto was een ideetje van Maggiora, het bedrijf dat ook de open varianten bouwde. De Barchetta Coupe was voorzien van een hard dak dat keurig afliep. Sterker nog, de aflopende achterkant doet sterk denken aan het dak wat Porsche later zou toepassen bij de Cayman, wat ook een coupé is op basis van een open auto. Uiteraard kwam de auto niet op de markt. Fiat baas Canarella zag er geen brood in vanwege twee redenen. Ten eerste was er natuurlijk de Fiat Coupé, dus nog een coupé zou overkill zijn. Ten tweede was het open dakje juíst een reden om een Barchetta te willen rijden.
De Fiat Barchetta blijf lange tijd ongewijzigd in productie. Uiteraard kwamen er diverse special editions op de markt, zoals de Limited Edition (uit 1998) en de Limited Edition 99 (uit 1999). De meeste bijzondere Limited Edition was een prototype. De Fiat Barchetta verkocht uitstekend in Europa. Sterker nog, ondanks dat de auto alleen linksgestuurd was, kon de importeur er met gemak 200 per jaar van verkopen. Kleine sportwagens waren in de jaren ’90 zeer populair in het Verenigd Koninkrijk en Fiat UK had er zo veel meer van kunnen verkopen als het stuur aan de goede kant zat. Op de Salon van Turijn in 2000 werd het prototype getoond. Het zou er helaas niet van komen. Ondanks de grote vraag was het voor Fiat toch niet rendabel genoeg. Gelukkig waren er enkele Britse bedrijven die zich bezighielden met RHD-conversies voor de Barchetta.
In 2002 zag het er heel slecht uit voor de Barchetta. Maggiora, dat de Barchetta’s bouwde evenals Lancia K Coupé’s, vroeg namelijk faillissement aan in mei van 2002. Dit zou tevens het einde betekenen van de Fiat Barchetta. Het modelletje was inmiddels al 7 jaar oud en de concurrentie was heviger dan ooit, zeker met het verschijnen van de Peugeot 206 CC. Een auto die aanzienlijk minder geinig reed, maar praktischer, completer en goedkoper was. Toch ging Fiat door met de Barchetta. De productie werd verhuisd naar de fabriek in Mirafiori. Om te zorgen dat de Barchetta ook een tijdje in productie zou blijven, besloot Fiat om de auto te voorzien van een visuele update. Er was niet veel budget voor een drastische facelift, dus werd gekozen voor de talenten van Tom Tjaarda.
Met een paar simpele wijzigingen wist de legendarische designer de Barchetta een aanzienlijk moderner front mee te geven. De voorbumper was geheel nieuw en de lichtgrijze koplampbehuizing gaf de Barchetta een veel frisser voorkomen. Ook het interieur werd relatief eenvoudig doch effectief voorzien van een update. Naast praktische cabriolets, kwamen er op dit moment veel kleine open sportwagens op de markt, zoals de Daihatsu Copen, Smart Roadster en Ford StreetKa. De Barchetta kon zich met gemak meten met die auto’s.
In 2005 was het echter gedaan met de Barchetta. De vraag naar het model liep terug en na tien jaar trouwe dienst, was het ook tijd. De Barchetta kreeg net als veel andere auto’s geen opvolger. Dat was tevens de reden dat Lancia niet kon doorzetten met de Fulvia Concept. Dat was namelijk een klein coupeetje met retro-stijlelementen. De auto zag eruit als een klassieke Fulvia, maar dan een moderne variant ervan. De basis van dit concept was de Barchetta.
In 2007 kwam de naam Barchetta weer even terug. Bertone vierde namelijk zijn 95e verjaardag en deed dat met de Fiat Barchetta Concept. Ondanks de goede bedoelingen leek de auto totaal niet op de Barchetta. Sterker nog, waar de originele Barchetta dankzij zijn gracieuze vormgeving moderner oogt dan dat ‘ie is, heb je bij deze auto precies het tegenovergestelde.
We leven nu in 2019 en op dit moment staat er gewoon weer een kleine Fiat Spider in de showrooms. Hij wordt alleen wel gebouwd in Japan. De markt is tegenwoordig flink veranderd. Alleen Mazda weet nog wat MX-5-jes te verkopen. Bijna alle andere fabrikanten zijn er mee gestopt of gaan ermee stoppen. De populariteit van roadsters is altijd een soort conjunctuur geweest. Van niet aan de straatstenen kwijt te raken tot niet aan te slepen. Op het moment dat de kleine open sportwagen weer populair wordt, moeten de heren van Fiat daar op in springen. Geweldige bedoelingen, een matig budget en een excellente fles Chianti zorgen voor voldoende goede ideeën. Het is ze al vaker gelukt.